Ding dong.
De deurbel gaat en ik kijk op vanachter mijn laptop. Een buurman van een eindje verderop in de straat staat voor het raam te zwaaien met een wel erg brede grijns op zijn gezicht. Ik vraag me af wat er zo grappig is op deze druilerige dag en loop naar de deur.
‘Hé buurman,’ begroet ik hem.
‘Je klep staat open, buuf.’
Ik kijk hem verbaasd aan en volg zijn blik. Mijn klep valt letterlijk open als ik zie waar hij op doelt. Daar staat mijn lichtblauwe autootje, met de achterklep wagenwijd open. En dat terwijl ik al een uur geleden de boodschappen eruit geladen heb én het regent!
Tsjonge jonge, denk ik even later bij mezelf. Het is blijkbaar weer zover…
Ook tijdens het schrijven van mijn derde boek ‘overkomt’ het me weer en zoals Jennifer Brugman in ‘Uitgeschakeld’ al zei: ‘Eén is een gebeurtenis, twee is toeval, drie is een patroon.’
In de schrijffases dat het verhaal in mijn hoofd goed op stoom komt, dan word ik er compleet ingezogen. Ik denk boek, ik slaap boek en ik doe boek. Met andere woorden, ik ben op de momenten dat ik niet fysiek met mijn boek bezig ben het in gedachten nog wel. En dat resulteert af en toe in vreemde situaties.
-Bijvoorbeeld als je met de trein naar Weesp moet en opzoekt hoe je in Weert komt (dat ligt niet vlak bij elkaar in de buurt!);
-Als je naar de winkel gaat voor een nieuwe deegroller en zonder deegroller maar met nieuwe tuinlampjes thuiskomt (die zijn niet zo handig om je pizzadeeg mee uit te rollen);
-Wanneer je met iemand afspreekt en het adres van lunchroom A doorgeeft en vervolgens zelf in lunchroom B gaat zitten wachten (jemig, kunnen mensen nou echt niet gewoon op tijd komen?);
-Om het nog maar niet te hebben over het zoeken naar een zonnebril die op je hoofd staat, in een pannetje roeren op een pit die uit staat, denken dat je mobiel gaat als er een vrachtwagen achteruitrijdt and so on, and so on…
Je zult begrijpen dat mijn man en kinderen erg blij met mij zijn in deze periode. Daar waar ze er normaal gesproken feilloos vanuit kunnen gaan dat hun wandelende agenda elke afspraak voor ze onthoudt, de voorraadkast altijd gevuld is en er ’s avonds op tijd gegeten wordt, kunnen ze er nu niet eens van op aan dat ik überhaupt weet welke dag van de week het is. Oei…
Inmiddels beginnen ook zij het patroon te herkennen en weten ze al snel wanneer het weer zover is (en dat ze dus alert moeten zijn op hun eigen afspraken en dat we iets vaker een soepje met tosti’s eten).
Maar voor iedereen onder mijn vrienden en kennissen die het nog niet weet, bij deze: mocht je me de komende weken ergens tegenkomen en lijk ik je compleet te negeren? Begin je tegen me te praten en reageer ik niet of veel te laat? Heb je met me afgesproken en kom ik niet opdagen?
Het spijt me op voorhand en weet dat het niet aan jou ligt, maar aan mijn boek. Het is gewoon weer zover…
(en in dat laatste geval: check nog even lunchroom B, waarschijnlijk zit ik daar!)
Dan wordt het vast weer een heel goed boek ! Enne ik app je woensdag nog wel even ?