Al dagen keek ik uit naar de meneer van de post. Smachtend zat ik achter het raam op hem te wachten (dat klinkt veel fouter dan het is) in de hoop dat het door mij bestelde pakketje nog voor kerst zou aankomen. Een cadeautje, niet alleen voor mij, maar voor het hele gezin.
En begrijp mijn gesmacht niet verkeerd, we komen niets tekort en kerst gaat absoluut niet om en over cadeautjes, maar wél als het cadeautje een echte lifesaver is. En dat is dit pakketje hopelijk. Dit cadeautje kan mij namelijk behoeden voor een regelrechte Jinglehell!
Jinglehell?
Ik neem jullie even mee terug naar 2018. Dat was het jaar dat mijn leven drastisch veranderde. Dat was namelijk het jaar dat mijn kinderen via hun opa en oma kennismaakten met Monopoly.
Is daar iets mis mee dan? Nou, nee. In principe niet. Zolang wat bij opa en oma gespeeld wordt, ook bij opa en oma blijft. Maar daar ging het mis… Zo vreselijk mis. Mijn kids waren enthousiast en wilden nu ook thuis graag Monopoly spelen.
Ik – die zonder ooit een potje Monopoly gespeeld te hebben een grote aversie tegen dit spel voelde – protesteerde nog, maar het was tegen dovemansoren gericht. Mijn man had het spel al in zijn digitale winkelwagentje gemikt, want Monopoly was toch zó leuk en zó gezellig om urenlang met zijn allen te spelen! En zo kwam het dus dat er kerst 2018 een Monopolyspel onder de kerstboom lag dat na het uitpakken uiteraard ook gespeeld moest worden.
En weer kun je denken, is daar dan iets mis mee? Iedereen houdt toch van Monopoly?
Nou, niet dus. Ik ben gek op spelletjes, maar ik HAAT Monopoly! Om meerdere redenen. Sowieso staat het hele concept van het spel me tegen. Het opbouwen van een monopolie door straten op te kopen en vervolgens huur te incasseren. Het boeit me niet en ik ben er gewoon niet zakelijk genoeg voor (zelfs niet in een spel!).
En dan, die belachelijke speelduur. Anderhalf tot zes uur! Zijn er echt serieus mensen die het langer dan een uur volhouden? Ik zit na tien minuten al naar het plafond te staren van ergernis en verveling… Ronde na ronde die rare pionnen verplaatsen (achter de herkomst van die pionnen zit overigens wel een leuk verhaal, ik hou wél van leuke verhalen *), belasting en ziektekosten betalen (voor de lol!) en steevast ieder rondje op die peperdure Kalverstraat uitkomen en dan net genoeg geld overhouden om in het spel te blijven. En oja, voor de derde keer in een uur in de bak belanden. Someone kill me now, please!
Monopoly dus. Bah! Humbug! Je kunt mij gerust de Ebenezer Scrooge van Monopoly noemen (hoewel dat best een contradictie is omdat Scrooge bankier was en maar al te graag geld vergaarde, maar dat terzijde).
En geloof me, ik heb het een eerlijke kans gegeven. Hoewel mijn afschuw voor dit spel na slechts één keer spelen bevestigd was, boorde ik alle moederliefde die ik in me had aan om het nog een tweede kans te geven. Maar ook die tweede kans, en zelfs een sadomasochistische derde keer van zelfkastijding kon mijn mening niet veranderen. Het ging me ook de andere keren geen sikkepit beter af en terwijl mijn gezinsleden ‘lol’ hadden (ja, echt), voelde het voor mij alsof eerst een voor een mijn nagels werden uitgetrokken en het daarna nog anderhalf uur duurde voordat ik eindelijk doodgebloed was.
Oké, ik geef toe, dit is een redelijk dramatische beschrijving van een ‘gezellig spelletje’ met je gezin, maar als je binnen een half uur al bijna niets meer hebt en je vervolgens nog eindeloos moet luisteren naar met elkaar onderhandelende (lees ruziënde) pubers voor je eindelijk uit je lijden verlost wordt, dan ben ik wel toe aan een glas (lees fles) wijn.
Onlangs speelde dus weer de vraag op: wat doen we dit jaar met kerst? In deze lockdownperiode vallen een hoop activiteiten automatisch af en kwamen we al snel uit op film kijken en misschien ‘gezellig’ een spelletje doen?
Meteen borrelde het ultieme Scrooge-gevoel weer bij me op. Bah! Humbug! Nog voordat iemand het in zijn hoofd haalde het ‘M’ woord te noemen, pakte ik de laptop en bestelde snel een ander – leuk – spel voor onder de kerstboom.
En zo kwam het dat ik al dagen verlangend uitkeek naar de meneer van TNT. Ik had op tijd besteld, dus het zou toch wel goed komen? De moed zakte me met elke dag die verstreek wat verder in de pantoffels (ik zat nog steeds binnen) en ik begon stiekem al goede verstopplekken voor het Monopolyspel te verzinnen. Per slot van rekening zijn we vorig jaar verhuisd en er kan nog wel eens wat kwijtraken tijdens een verhuizing…
Maar gisteren was het eindelijk zover. Nog voordat meneer TNT goed en wel zijn hand naar de bel bracht, trok ik de deur al open en nam met een big smile mijn pakketje in ontvangst. Wat een opluchting! Voor mij dit jaar geen Nutsbedrijven kopen, Kalverstraatje hoppen en in de nor zitten. Joehoe, Jinglebells all the way! Ik had meteen het echte kerstgevoel te pakken!
En ja, hoewel het dit jaar allemaal anders dan anders is en we misschien niet allemaal de kerst kunnen vieren zoals we dat graag zouden willen, wens ik jullie allemaal gezellige, fijne kerstdagen toe. Maak er wat moois van, zelfs als je dat doet door Monopoly te spelen ?.
Veel liefs,
Angelique
* feitje over de herkomst van de pionnetjes van het Monopolyspel: Charles B. Darrow, een werkloze verwarmingsmonteur uit de Verenigde Staten, bedacht in 1934 het spel dat wij nu als monopoly kennen. De bedeltjes uit de armband van zijn vrouw gebruikte hij als speelstukken. In de traditionele monopolyversies vindt men nog steeds strijkijzertjes en vingerhoedjes in plaats van gewone pionnen. Bron: Wikipedia
???❤️
I love Monopoly! Als enig kind met ouders die niet van spelletjes hielden, speelde ik het maar weinig. Vriendinnetjes bleven niet lang genoeg om het uit te spelen. Opeenvolgende echtgenoten (2 maar ?) hielden niet van bordspellen. Voor de meiden duurde het te laaaaaang toen ze klein waren. Nu ze volwassen en de deur uit zijn vinden ze er ook niks aan. Ik slik m’n teleurstelling weg, en troost me met het feit dat ze een ander spel wel leuk blijken te vinden sinds een paar jaar: Triviant! Hopelijk deze kerst weer een potje doen ?
Haha, Irma, ieder zijn ding hè. En Triviant, dat vind ik dus wél leuk! ?